Erfopvolger, volgens het testament van zijn moeder Marie de Benoît dd 1700 algemeen erfgenaam. Burggraaf van Corneillan, landheer van St. Germain, St. Pot, Orlhonac, la Bastide Capdenac, etc. Op 10 September 1695 door koning Lodewijk XIV toegelaten als page in de kleinste stallen ("petite Ecurie"), dan musketier van de eerste compagnie, dienstdoende in koning's Jagers tot 1713. Gewoonlijk geresideerd in Orlhonac in de diocesen van Rodez in Rouergue.